Onderwerp: berichtgeving over de Hedwigepolder dd.21.06.2011.

Van: Ir W.B.P.M. (Wil) Lases –  Tiel – 0344-620.378.

Ir Lases schreef dit naar aanleiding van berichtgeving in het blad NRC.

De berichtgeving over de Hedwigepolder is in een aantal opzichten nogal eenzijdig en er worden een aantal zaken weggelaten, die daardoor een ander beeld zouden geven. 

Hij hoopt dat u als lezer of redacteur de tijd wil nemen om dit stuk tot u te nemen en elementen er van in uw verdere meningsvorming te gebruiken.

Scheldeverdragen. Er wordt niet vermeld , dat de Eerste Kamer in november/december 2007 de verdragen niet wilde goedkeuren, tenzij er een alternatief voor de Hedwigepolder gevonden zou worden. Na overleg met de Vlaamse m.p. Peeters kon mevr. Verburg de Eerste Kamer melden, dat deze welwillend daar tegenover stond, mits dat alternatief evenwaardig zou zijn. Onder die voorwaarde ging de Eerste Kamer accoord. Meerdere malen heeft m.p. Peeters zich in die zin uitgelaten, in weerwil van de haven van Antwerpen. Er is dus een andere politieke situatie dan het zgn. niet voldoen aan de verdragen.

De commissie Nijpels werd ingesteld. Deze voldeed niet aan de opdracht, negeerde alle mogelijkheden in de Westerschelde (dat zijn er vele) en wilde alleen onnatuurlijke oplossingen met vernietiging van relatief hooggelegen land, dat door de natuur ooit zelf gevormd is.

Mevr. Peijs heeft gelijk als zij aangeeft dat het tractaat van 1839 in wezen de vrije vaart (tolvrij) over de natuurlijke vaarweg van de Westerschelde garandeerde. Dat tractaat is aangescherpt in 1919. Het is met name het kabinet Kok geweest, dat meeging in de wens van Antwerpen om de Westerschelde aan te passen aan de mogelijkheden, die de Antwerpse haven voor zichzelf schiep. Zonder zich bewust te zijn van het zelfondermijnende en verziltende karakter voor het Zeeuwse van deze medewerking.

In de tekst van de verdragen staat het eufemistische begrip ruimte voor de rivier, terwijl het hier gaat om ruimte voor de zee. Ter hoogte van de Hedwigepolder maakt de gemiddelde Schelde afvoer slechts ruim 1% van de waterbeweging en bij Vlissingen 0,5 ‰. De zee beheerst de Westerschelde.

Verdiepingen. De eerste grote verdiepingsronde van begin 70’er jaren had de grootste impact. Die veroorzaakte een grote zoutwater indringing op de Westerschelde landinwaarts. Het veroorzaakte een belangrijk hoger zoutgehalte op het oostelijk deel van de Westerschelde met effecten naar de aanliggende polders. De tweede verdieping heeft veel minder gevolgen voor de intergetijden natuur gehad dan de 600 ha., die daar ook wel mee inverband worden gebracht. Het gaat steeds om een verschuiving in de estuariene natuur zelf. Er is per saldo geen afname aan estuariene natuur. Het land heeft er niets mee te maken.

De onderhavige derde verdieping heeft heel weinig effect en is te niet te doen door het slim terug storten van baggerspecie. Om procedures tegen deze derde verdieping door de natuurbeweging en daarmee grote vertraging te voorkomen wenste de natuurbeweging 600 ha. intergetijden natuur. Het heeft dus niets te maken met natuurherstel, wat dat ook mag zijn.

Het ligt voor de hand, die in de Westerschelde zelf te zoeken, want daar gaat het toch om.

De haven van Antwerpen i.c. Marc van Peel pampert onze natuurbeweging, omdat die hun veel werk uit handen neemt. Er leven al lang gedachten aldaar om op termijn het te realiseren getijdenhaven “Saaftingedok” bij Doel door te trekken tot in de Prosper- en Hedwigepolder. Dat is gemakkelijkst als de natuurbeweging er voor zorgt dat die grond er zo gebruiksklaar ligt. De natuur kan dan weer op schuiven. Het betreft immers dan weer maar een paar boeren en dorpen. Onze natuurbeweging helpt de haven van Antwerpen om zo goed mogelijk aan zee te komen liggen, ten koste van veel land en verzilting van het land er achter. Nijpels noemt dat veiliger, maar is zelf ondermijning. Marc van Peel speelt de rol van de vermoorde onschuld heel bekwaam en wij er steeds maar weer intuinen. Van de derde verdieping wordt een voordeel van 70 miljoen euro per jaar verwacht. De bijdrage van de Antwerpse haven aan de Vlaamse economie was in 2004 al 16 miljard euro. Die verdieping is er dus meer om statusredenen. De diepstekende schepen kunnen het best in de Vlaams/Nederlandse kusthavens worden afgehandeld. Die 70 miljoen euro wordt dan elders in hetzelfde deltagebied verdiend, waarvan Antwerpen een onderdeel is. Nu gijzelt Antwerpen zowel de Vlaamse als de Nederlandse regering.

Ontpolderen is goed voor de natuur?. De Europese wetgeving kent geen onderscheid in allerlei typen estuariene natuur. Het zijn de Nederlandse ecologen, die een tiental typen onderscheiden. Met het van Nederlandse zijde opleggen van genoemde habitattypen met streefwaarden aan soorten en aantallen, gaat het om een beeld, zoals deze ecologen het graag zouden willen zien, maar nooit zo geweest is. Ook al suggereert het stukje tekst dat in de NRC van gisteren. Wederom wordt ten onrechte aangehaald dat we anderhalve eeuw geleden een korte periode hebben gehad, waarin we meer land van de zee hebben teruggewonnen dan verspeeld.

Het hele beeld van deze jongste zeearm van Nederland is dat van almaar meer land verspelen aan de zee dan terugwinnen. De naam Westerschelde is pas in 1648 vastgelegd.

Door de militaire inundaties van de Tachtigjarige Oorlog (tot 80% van Zeeuws-Vlaanderen onder water gezet voor lange tijd, niet afgegraven) hebben we veel land definitief verspeeld, die nu die mooie natuurlijke platen van nu en het verdronken land van Saaftinge zijn. Allemaal oud polderland, zoals de platen van Valkenisse en Ossenisse. Door ons eigen handelen. Niet door de zee. Die neemt natuurlijk wat het aangeboden krijgt en zee hebben we genoeg. Zo heeft ook die mooie vaarweg naar Antwerpen vorm gekregen. Bovendien was de Westerschelde een eeuw geleden in het oostelijk deel veel zoeter, vooral boven in. De platen en schorren werd door veel zoeter water beïnvloed. Deze kenden een andere rijkdom aan soorten dan nu. Natuurherstel, wat het ook moge zijn, moet dan eerst zorgen voor de zelfde fysische omstandigheden. Er is geen vergelijk of vertaling mogelijk.

Wat relatiever en meer in natuurlijke ontwikkelingen denken zou de natuurbeweging zeer sieren. De starheid van het habitat denken en het opleggen voor soorten werkt belemmerend voor een degelijk natuurbeleid. Je kunt wel willen streven naar soorten en aantallen, die er niet zijn, als ideaal, maar dat is iets anders dan natuurherstel. Dan trek je een veel te grote broek aan. Het is de vraag of daarom geëist kan worden dat gronden worden onteigend en vernield om er eigen bedachte ecologische tuinen te maken, die niets met de natuurlijkheid van de Westerschelde zelf te maken hebben.

Het zou het NRC sieren om eens een mooie vogelrand te maken met de zovele inheemse soorten, die nu de Hedwigepolder bevolken en die formeel beschermd zijn. Zo veel meer dan alleen patrijzen. Dat is iets anders dan vogels toekennen aan een gebied dat nog gemaakt moet worden, waarvan we weten dat er een ganzendominantie ontstaat. Daarvan is al een overbevolking. Het is voor ganzen gemakkelijker bij de boeren hun kostje te zoeken dan in het hun toegewezen gebied. Zie hier de eenzijdigheid, die ik Vogelbescherming Nederland zeer kwalijk neem. Ze hebben ook niet overlegd met die vogels om a.u.b. naar dit nieuwe gebied te komen. Polderen wordt dat genoemd.

Over de gevolgen van vernietiging van de polders met hun zoetwater natuur wordt niet gerept.

Het begrip natuur wordt uiterst eenzijdig benaderd. Er wordt zoveel mogelijk verzilt, daar waar die verzilting nog nooit is geweest.

Vernietiging van land en de gevolgen. De Hedwigepolder is in deze vorm een nog jonge polder. Daarvoor was dat land de Luijs- of  Leijspolder en was ook deel van de Grote Doelpolder. Het is altijd een hoge rug in het land geweest. Ook in de tijd van de inundatie was het bewoond. Er is een onderliggende geschiedenis en veel ouder dan gesuggereerd. Het is daar altijd zoet geweest.

De term moet dus niet zijn teruggeven aan de natuur, maar weggeven aan de zee.

Het verschil tussen hoog- en laagwater aldaar is ca. 5,50 m. Om aan de wensdromen van ecologen te voldoen moet behoorlijk worden afgegraven. Die grond was door de natuur gevormd. De waardevolle kleilaag, die voor een afdekking tegen verzilting zorgt, mag Vlaanderen hebben. Hiervoor geven ze o.a. het bedrag, waarmee steeds geschermd wordt. Die klei kan voor het nieuwe Saaftingedok gebruikt worden. Door het afgraven en verwijderen van de kleilaag wordt de Hedwigepolder niet alleen voor het eerst voorzien van zout water, maar verzilt ook het grondwater naar het achterland. Door aanslibbing zal de bodem veronteinigd raken. Daar hebben de met oogkleppen op lopende ecologen geen boodschap aan.

Het getijwater in de afgegraven Hedwigepolder moet in beginsel geleverd worden door de zee. Daarmee nemen de stroomsnelheden op de Westerschelde een klein beetje toe en dus ook de erosie van de natuurlijke platen, slikken en schorren in de Westerschelde. Gaat de natuurbeweging voor wat ze zelf veroorzaken dan ook weer compensatie eisen? De Hedwigepolder, zo ver landinwaarts, is in dit verband de meest ongelukkige locatie om getijden natuur te maken. Er is niets natuurlijks aan. Het vernietigt alleen maar natuur voor de eigen hobby.