Uit de media
- Category: Uit de media
Omwonenden Hedwigepolder: 'Het is wat het is, we kijken nu vooruit'
Nu de graafmachines de dijk aan de Westerschelde van zowel de Prosper- als de Hedwigepolder hebben weg geknaagd, kan het water gaan en komen in wat eens eens vruchtbaar landbouwgebied was. Het Zeeuwse provinciebestuur en de zogenoemde 'streekholders', inwoners en belanghebbenden, willen nu vooruit kijken: "Want het heeft geen zin om te blijven treuren."
Gedeputeerde Anita Pijpelink zegt zich nietig te voelen wanneer ze bij de grenspaal staat die het project Prosper/Hedwigepolder opdeelt in een Nederlands - en Belgisch deel. Ze kijkt uit over de 470 hectare natte natuur, waar ooit landbouwgrond lag. Ze snapt dat mensen die zich tot op heden hebben afgezet tegen het ontpolderen met afgrijzen spreken over 'een met chemicaliën vervuilde blubberbak'. Pijpelink: "Maar vraag je het aan de vogels die nu al hun weg hier naartoe hebben gevonden dan zullen die het zien als een zelfbedieningsrestaurant."
Het had anders gemoeten
Het tekent de blik van Pijpelink, die vooruit is gericht. Niet dat ze niet wil terugkijken, want: "De manier waarop dit gegaan is heeft veel mensen pijn gedaan, en verdriet bezorgd. Daar sluit ik mijn ogen niet voor. Dat had anders gemoeten." Maar nu, na twintig jaar getouwtrek, het Westerscheldewater vrij spel heeft in de voormalige polder, wil de gedeputeerde laten zien dat er kansen zijn voor niet alleen de natuur, maar ook voor de mensen uit de buurt, de 'streekholders'.
Martine van Wesemael is zo'n streekholder. Ze heeft een boerenbedrijf achter de dijken van het Land van Saeftinghe, en vindt nog steeds dat de Hedwige polder had moeten blijven: "Wij maakten gebruik van die grond, verbouwden er producten op. Het onderwater laten lopen is een gruwelijk ervaring geweest."
Impuls voor het gebied
Maar het is wat het is, zo ziet Van Wesemael de realiteit onder ogen. "En het heeft geen zin om te treuren", zegt ze. "We kunnen beter het beste ervan maken." Dus heeft ze zich ingeschreven op de mogelijkheid om de horeca te verzorgen op de enorme panoramaheuvel die vlak naast de Sieperdadijk verrijst en waar een radartoren op wordt gebouwd. Ook zijn er meerdere streekholders die samen een plan hebben gemaakt om hun producten te verkopen en op andere manieren het natuurgebied Groot-Saeftinghe een sociaal-economische impuls voor het gebied te laten worden.
Boerenhart huilt nog een beetje
Wesemael: "Het is van groot belang om nu vooruit te kijken. We zitten hier in een prachtig gebied, en we hebben prachtige producten. Laten we ons daar op richten." En toch, wanneer ernaar gevraagd wordt, geeft ze met zachte stem toe dat wanneer ze de lege vlakte ziet waar het water langzaam naar binnen kruipt, het boerenhart nog steeds een beetje huilt.