ANTWERPEN

De toekomst van de Antwerpse haven is alleen veilig te stellen door ook havenactiviteiten te ontwikkelen in de monding van de Westerschelde. Dat is nodig, omdat Antwerpen de schaalvergroting in de containerscheepvaart nooit kan bijbenen.

DOOR HARMEN VAN DER WERF

Twee sprekers op het internationale congres World Water Works in Antwerpen, Frans Koch van de Koch Adviesgroep architecten en ingenieurs in Terneuzen en Goes én Thijs de Boer van de associatie van waterbouwkundigen Pianc, braken daar gisteren een lans voor. Hun plannen verschillen, maar het idee erachter is hetzelfde. Het zal binnen nu en dertig jaar economisch voordeliger en voor de natuur gunstiger zijn grootschalige havenactiviteiten in het Scheldegebied naar zee te brengen.

Koch toonde in computeranimaties een uitgewerkt plan voor een containertransferium ter hoogte van Vlissingen. De grootste containerschepen leggen daar aan de zeezijde aan, waarna met speciale containerkranen de lading wordt overgeheveld naar kleinere shuttleschepen die zijn afgemeerd aan de Westerschelde-zijde. Deze shuttleschepen kunnen tweeduizend standaardcontainers vervoeren tussen het transferium en Antwerpen. De haven van Antwerpen behoudt zo haar positie en is van de baggerkosten voor het op diepte houden van de vaargeul in de Westerschelde af, omdat de shuttleschepen maar vijf meter diep steken.

In Kochs plan maakt een stormvloedkering deel uit van het containertransferium. Die ingreep is volgens hem noodzakelijk vanwege de voorspelde zeespiegelstijging. Koch onderkent dat dit vloeken in de kerk is in Antwerpen, maar er valt naar zijn mening niet aan te ontkomen. Anders zullen zich ernstige overstromingen voordoen, zeker in en rond de stad.

Thijs de Boer van Pianc, een in 1885 opgerichte, wereldwijd actieve vereniging, ging minder ver dan Koch. Al was zijn plan voor een voorhaven in de monding van de Westerschelde zeker ook revolutionair. De voorhaven moet op een kunstmatig eiland komen van acht vierkante kilometer. De Boer wil de afvoer van de goederen die daar worden gelost, regelen over land en over water. De weg- en spooraansluiting moet richting het zuiden komen, dus naar België, via een brug of tunnel. De voorhaven kan in De Boers visie ook dienen als golfbreker, waarmee hij een antwoord geeft op de verwachte zeespiegelrijzing.

Zowel Koch als De Boer realiseert zich dat hun plannen er futuristisch uitzien. Koch: "We moeten hiermee aan de slag om voorbereid te zijn op de toekomst. Elders in de wereld zijn ze hier ook mee bezig."