Nu  in de Stem en de PZC

In de vergadering van de commissie REW van 16 september j.l. hebben,  gezien de sterk verminderde economische situatie wereldwijd, de VVD, PVV, PvZ en SGP indringende vragen gesteld over de haalbaarheid van het project Perkpolder.

Veel stoffen in de Westerschelde zijn watermijdend en zij binden zeer goed aan zwevende stof en komen via sedimentatie in het sediment terecht. Volgens Paulus (2007) en Van den Boomen (2006) is voor 27 stoffen aangetoond dat zij op zwevende stof in het Scheldewater zich aan zwevende stof hechten en boven de norm zijn De kans dat slib in de Veerhaven nu naar een slibdepot zal moeten is daarmee vrij groot.

Hiermee is er een onzekerheid over de aanlegkosten van de jachthaven Perkpolder ontstaan. Uit welke klasse bestaan het slib eigenlijk? Mag het wel of niet in de Westerschelde teruggestort worden? Kennelijk hebben de projectleiding en de GS van Zeeland op dit moment geen behoefte  aan duidelijkheid over de kwaliteit van het slib in de veerhaven van Perkpolder. Wat zijn bijvoorbeeld de kosten als het slib uit de haven in een slibdepot gestort moet worden? Als betrokken Zeeuwen vinden wij het onbegrijpelijk en onverantwoord dat in dit project deze onzekerheid niet weggenomen wordt. In het bedrijfsleven is zo’n situatie ondenkbaar.

Dhr Leeenderd van Melle voerde hierover een briefwisseling.

zie hiervoor de onderstaande links:

Brief-aan-PS-Perkpolder-WOB-slib-veerhaven-17.10.11.pdf of

http://ikmaakmezorgen.nl/paginas/e-mails_en_brieven/Brief-aan-PS-Perkpolder-
WOB-slib-veerhaven-17.10.11.doc